Discutabel gedrag
Door: Tom en Pam
20 April 2011 | China, Yangshuo
Na Shangri-la rijden we enkele uren naar het begin van China’s bekendste wandelroute,
de Tiger Leaping Gorge. In de Lonely Planet worden we reeds gewaarschuwd dat er in het hoogseizoen honderden mensen per dag beginnen aan deze tweedaagse wandeling.
Wij zitten evenwel niet in het hoogseizoen maar in een land met ruim 1,3 miljard mensen zullen er vast wel een paar mensen meer op het idee gekomen zijn om hetzelfde te gaan doen als wij.
In de guesthouse aan het begin van de route zijn we echter de enige gasten.
De volgende dag beginnen we vol goede moed, maar ook enigszins bevreesd aan de route.
Achter elke bocht verwachten we de karavaan medelopers aan te treffen om vanaf dan in een soort polonaise de dag te moeten vervolgen maar het blijft angstvallig rustig. De enige keer dat we mensen zien is vlak voor een klim waar een vrouwtje ons doet proberen te geloven dat zij de enige is in de kloof die bananen, water en Snickers verkoopt. (YOU NEED ENELGY, MY FLIEND!)
We weten inmiddels hoe we haar af moeten schepen en ook hier werkt het. Wel komt ze nog in een sprintje achter ons aan om ons wat hasj te verkopen. (YOU LIKE, MY FLIEND)
De gehele verdere dag zijn we alleen en stomen we gestaag op naar de guesthouse halverwege de route. Alle polonaiselopers zullen ongetwijfeld daar verblijven, waardoor we besluiten een guesthouse verder onze rust te vinden. Volgens de Lonely Planet, “a cheery place”. Onze definitie van cheery is toch even wat anders. De guesthouse is krakkemikkig, oud en straalt werkelijk niets uit, op de eeuwige glimlach van de eigenaar na. Met gebarentaal maken we duidelijk dat we willen slapen, maar uit zijn gebaren maken we niet op of dit mogelijk is. Wel rent hij wat heen en weer met lakens en kussens. Tom besluit hem eens te volgen naar het slaapgedeelte. De slaapkamer is schokkend klein. Slechts 1 bij 1 en toch staat er een tweepersoonsbed in en dienen ook wij en onze tas hier nog ingepropt te worden.
Dit hadden wij ons anders voorgesteld. We besluiten toch maar naar de vorige guesthouse te verkassen, de mensenmassa voor lief nemend. We hebben geen idee hoe we de vriendelijke man gaan vertellen dat we zijn guesthouse niet zo “cheery” vinden en ons geluk elders gaan beproeven.
Tom wil de klassieke “ik ben mijn fotocamera vergeten; die gaan we even halen en komen dan weer terug"-smoes gebruiken, maar als hij al niet begrijpt dat we willen slapen wordt dit helemaal een kansloze missie.
Daadkrachtig pakken we onze tas en besluiten gewoon weg te lopen. Na drie passen voelen we ons al schuldig en na negen passen horen we een miezerig en vragend “hello?”
Ferm stappen we door, niet achterom kijkend en ons oprecht schamend voor ons gedrag zetten we koers naar de andere guesthouse dat gelukkig nagenoeg leeg is en bovendien erg gezellig.
Ons welverdiende biertje smaakt beduidend minder en het lukt ook niet geheel om ons schuldgevoel weg te drinken.
In de ruim vijf weken dat we nu in China zijn hebben we ons over heel veel zaken verwonderd.
Stoplichten gelden klaarblijkelijk niet voor Chinezen; bij veel stoplichten staan politieagenten om de mensen te wijzen op een rood of groen stoplicht, anders rijden ze gewoon door.
In een restaurant staan 43 asbakken onder het verboden te rokenbord, er wordt gebeld met een volume zoals je ouders een paar jaar geleden tijdens hun eerste mobiele telefoongesprek liepen te schreeuwen, in een restaurant worden botjes niet op het klaarstaande schaaltje gespuugd, maar rechtstreeks op de tafel of op de grond.
Nog een voorbeeld ter illustratie:
In de bus naar Lijiang staat Tom’s grote North Face-tas schuin voor ons in het gangpad. Naast de tas zit een Chinees die een sigaret opsteekt in een niet rokenbus.
We kijken er intussen niet vreemd meer van op. Wel wordt onze aandacht getrokken omdat hij zijn as keurig op de tas aftikt. Tom ergert zich bij elke aslaag die neerdaalt, maar weet zich te beheersen; het is maar as en dat blazen we er straks wel even vanaf.
Vijf minuten later pakt de beste man een zak waar een kilo zonnepitten in zit.
Zonnepit naar zonnepit verdwijnt in zijn bakkes, hij bijt, kauwt en smakt wat, waarna de resten achteloos op de tas worden gespuugd. What the F***? We zien dit vast verkeerd; hij probeert het natuurlijk over de tas heen te spugen het gangpad in.(nog steeds een vreemde gewaarwording, maar goed, in ieder geval niet op de tas) en het ging helaas een keer niet goed. Geen probleem, kan gebeuren.
Echter worden ook de volgende 854 zonnepitresten op de tas uitgespuugd. Tom zit zich te verbijten en ziet machteloos aan dat zijn North-facelogo steeds meer bedekt wordt door slijmerige zonnepitresten. Tom twijfelt of hij de beste man een pets op zijn achterhoofd moet geven en aan moet geven dat zijn tas niet bestemd is voor zijn zonnepitresten. Helaas is dit onderwerp niet ter sprake gekomen bij onze talencursus, waardoor deze optie afvalt.
We willen de tas verplaatsen naar achteren, maar ook de man achter ons zit met een zak zonnepitten op zijn schoot.
Tom is nu toch echt wel geïrriteerd. Na nog vijf minuten rusteloos te bedenken hoe hij duidelijk maakt dat wij liever niet hebben dat zijn zonnepitten op onze tas worden gespuugd heeft Tom een ingeving. We betalen hem met gelijke munt terug en willen onze chipszak opentrekken om na elke vijf happen kleffe half opgekauwde chips op zijn tas te tuffen. Dat zal hem leren.
Zover komt het gelukkig niet.
Op dat moment kijkt de zonnepittenspuwer tussen het spugen door naar de tas en vervolgens naar Tom.
Zijn mensenkennis blijkt niet te onderschatten; hij wendt zich weer af en schudt de North facetas eens leeg om vervolgens weer verveeld achterom te kijken.
Hij moet Tom’s irritatie gezien hebben en tegelijkertijd gedacht hebben, waar hij zich toch zo druk om kan maken. Het zijn maar zonnepitresten.
Via Lijiang reizen we door naar Dali waar we vier dagen verblijven.
Na Dali reizen we in 37 uur (bus, taxi, wachten, slaaptrein, wachten, trein, wachten, trein, vertraging en dus wachten en nog een bus) naar Guilin.
Na Guilin reizen we per boot naar Yangshuo waar we de laatste dagen in China doorbrengen.
Vrijdag vliegen we naar Nepal waar de Everest base camptrek op ons ligt te wachten.
China was een mooie start van onze reis. Het kost een paar dagen om te wennen aan de Chinese gewoontes (o.a. rochelen, spugen, smakken, toeteren en voorkruipen) maar als je daar aan gewend bent is het een fantastisch land.
Zes weken geeft een heel goede impressie van de enorme diversiteit van het land, maar is (zoals geldt voor bijna elk land) te kort.
de Tiger Leaping Gorge. In de Lonely Planet worden we reeds gewaarschuwd dat er in het hoogseizoen honderden mensen per dag beginnen aan deze tweedaagse wandeling.
Wij zitten evenwel niet in het hoogseizoen maar in een land met ruim 1,3 miljard mensen zullen er vast wel een paar mensen meer op het idee gekomen zijn om hetzelfde te gaan doen als wij.
In de guesthouse aan het begin van de route zijn we echter de enige gasten.
De volgende dag beginnen we vol goede moed, maar ook enigszins bevreesd aan de route.
Achter elke bocht verwachten we de karavaan medelopers aan te treffen om vanaf dan in een soort polonaise de dag te moeten vervolgen maar het blijft angstvallig rustig. De enige keer dat we mensen zien is vlak voor een klim waar een vrouwtje ons doet proberen te geloven dat zij de enige is in de kloof die bananen, water en Snickers verkoopt. (YOU NEED ENELGY, MY FLIEND!)
We weten inmiddels hoe we haar af moeten schepen en ook hier werkt het. Wel komt ze nog in een sprintje achter ons aan om ons wat hasj te verkopen. (YOU LIKE, MY FLIEND)
De gehele verdere dag zijn we alleen en stomen we gestaag op naar de guesthouse halverwege de route. Alle polonaiselopers zullen ongetwijfeld daar verblijven, waardoor we besluiten een guesthouse verder onze rust te vinden. Volgens de Lonely Planet, “a cheery place”. Onze definitie van cheery is toch even wat anders. De guesthouse is krakkemikkig, oud en straalt werkelijk niets uit, op de eeuwige glimlach van de eigenaar na. Met gebarentaal maken we duidelijk dat we willen slapen, maar uit zijn gebaren maken we niet op of dit mogelijk is. Wel rent hij wat heen en weer met lakens en kussens. Tom besluit hem eens te volgen naar het slaapgedeelte. De slaapkamer is schokkend klein. Slechts 1 bij 1 en toch staat er een tweepersoonsbed in en dienen ook wij en onze tas hier nog ingepropt te worden.
Dit hadden wij ons anders voorgesteld. We besluiten toch maar naar de vorige guesthouse te verkassen, de mensenmassa voor lief nemend. We hebben geen idee hoe we de vriendelijke man gaan vertellen dat we zijn guesthouse niet zo “cheery” vinden en ons geluk elders gaan beproeven.
Tom wil de klassieke “ik ben mijn fotocamera vergeten; die gaan we even halen en komen dan weer terug"-smoes gebruiken, maar als hij al niet begrijpt dat we willen slapen wordt dit helemaal een kansloze missie.
Daadkrachtig pakken we onze tas en besluiten gewoon weg te lopen. Na drie passen voelen we ons al schuldig en na negen passen horen we een miezerig en vragend “hello?”
Ferm stappen we door, niet achterom kijkend en ons oprecht schamend voor ons gedrag zetten we koers naar de andere guesthouse dat gelukkig nagenoeg leeg is en bovendien erg gezellig.
Ons welverdiende biertje smaakt beduidend minder en het lukt ook niet geheel om ons schuldgevoel weg te drinken.
In de ruim vijf weken dat we nu in China zijn hebben we ons over heel veel zaken verwonderd.
Stoplichten gelden klaarblijkelijk niet voor Chinezen; bij veel stoplichten staan politieagenten om de mensen te wijzen op een rood of groen stoplicht, anders rijden ze gewoon door.
In een restaurant staan 43 asbakken onder het verboden te rokenbord, er wordt gebeld met een volume zoals je ouders een paar jaar geleden tijdens hun eerste mobiele telefoongesprek liepen te schreeuwen, in een restaurant worden botjes niet op het klaarstaande schaaltje gespuugd, maar rechtstreeks op de tafel of op de grond.
Nog een voorbeeld ter illustratie:
In de bus naar Lijiang staat Tom’s grote North Face-tas schuin voor ons in het gangpad. Naast de tas zit een Chinees die een sigaret opsteekt in een niet rokenbus.
We kijken er intussen niet vreemd meer van op. Wel wordt onze aandacht getrokken omdat hij zijn as keurig op de tas aftikt. Tom ergert zich bij elke aslaag die neerdaalt, maar weet zich te beheersen; het is maar as en dat blazen we er straks wel even vanaf.
Vijf minuten later pakt de beste man een zak waar een kilo zonnepitten in zit.
Zonnepit naar zonnepit verdwijnt in zijn bakkes, hij bijt, kauwt en smakt wat, waarna de resten achteloos op de tas worden gespuugd. What the F***? We zien dit vast verkeerd; hij probeert het natuurlijk over de tas heen te spugen het gangpad in.(nog steeds een vreemde gewaarwording, maar goed, in ieder geval niet op de tas) en het ging helaas een keer niet goed. Geen probleem, kan gebeuren.
Echter worden ook de volgende 854 zonnepitresten op de tas uitgespuugd. Tom zit zich te verbijten en ziet machteloos aan dat zijn North-facelogo steeds meer bedekt wordt door slijmerige zonnepitresten. Tom twijfelt of hij de beste man een pets op zijn achterhoofd moet geven en aan moet geven dat zijn tas niet bestemd is voor zijn zonnepitresten. Helaas is dit onderwerp niet ter sprake gekomen bij onze talencursus, waardoor deze optie afvalt.
We willen de tas verplaatsen naar achteren, maar ook de man achter ons zit met een zak zonnepitten op zijn schoot.
Tom is nu toch echt wel geïrriteerd. Na nog vijf minuten rusteloos te bedenken hoe hij duidelijk maakt dat wij liever niet hebben dat zijn zonnepitten op onze tas worden gespuugd heeft Tom een ingeving. We betalen hem met gelijke munt terug en willen onze chipszak opentrekken om na elke vijf happen kleffe half opgekauwde chips op zijn tas te tuffen. Dat zal hem leren.
Zover komt het gelukkig niet.
Op dat moment kijkt de zonnepittenspuwer tussen het spugen door naar de tas en vervolgens naar Tom.
Zijn mensenkennis blijkt niet te onderschatten; hij wendt zich weer af en schudt de North facetas eens leeg om vervolgens weer verveeld achterom te kijken.
Hij moet Tom’s irritatie gezien hebben en tegelijkertijd gedacht hebben, waar hij zich toch zo druk om kan maken. Het zijn maar zonnepitresten.
Via Lijiang reizen we door naar Dali waar we vier dagen verblijven.
Na Dali reizen we in 37 uur (bus, taxi, wachten, slaaptrein, wachten, trein, wachten, trein, vertraging en dus wachten en nog een bus) naar Guilin.
Na Guilin reizen we per boot naar Yangshuo waar we de laatste dagen in China doorbrengen.
Vrijdag vliegen we naar Nepal waar de Everest base camptrek op ons ligt te wachten.
China was een mooie start van onze reis. Het kost een paar dagen om te wennen aan de Chinese gewoontes (o.a. rochelen, spugen, smakken, toeteren en voorkruipen) maar als je daar aan gewend bent is het een fantastisch land.
Zes weken geeft een heel goede impressie van de enorme diversiteit van het land, maar is (zoals geldt voor bijna elk land) te kort.
-
20 April 2011 - 06:32
Elly En Henk:
Wat een komisch verhaal over die busreis en de tweedaagse wandeling. Ik zie Tom's gezicht voor me, zoals hij zich in die bus zit te ergeren.
En toch nog kunnen fietsen daar!!
We genieten van jullie verhalen. Op naar Nepal en de bergen.
Groetjes van ons -
20 April 2011 - 06:38
Johan:
Briljant weer!! Jullie hebben wel echt de briljante plaatsen aangedaan in ZW China, top! JALOERS! Nog bootje gevaren in Yangshuo en de lokale delicatesse 'slang' gegeten?
Have fun op de Magic Everest en pas op met de copy copy wandel- en klimspullen in Kathmandu, de slaapzakken kunnen je koude nachten bezorgen! ;) -
20 April 2011 - 11:47
Sander & Maren:
Rare jongens, die Chinezen :-).
Wat een goed verhaal weer. Nu nog naar het mooie Karstgebergte en vervolgens naar Nepal. Wat een Vooruizicht!!
-
21 April 2011 - 10:43
Heleen:
Wat een saaie reis hebben jullie zeg, geef mij maar Twente ;-0
Ik Geniet (jawel met een hoofdletter) van jullie mooie verhalen! Liefs
-
28 April 2011 - 16:40
Piet :
Heb weer heerlijk jullie reisverslag gelezen. Wat leuk die ervaringen in China. Nu op naar de biggest mound.
Wellicht kun je op de top nog een klein stukje van de GrolsVeste zien.
Pam en Tom geniet lekker op en rondom de Everest. Groetjes Piet -
04 Mei 2011 - 15:13
Voor Tom En Pam:
Hallo Tom en Pam,
Leuk om een zo jullie reis mee te beleven. jullie schrijven beiden op een boeiende manier (leuk voor een reisverslag in boekvorm).
Nog heel veel reisplezier en ik hoop nog mooie verhalen,
groet Carla van der B. -
04 Mei 2011 - 19:18
Ockie En Bassie:
Haas, we waren vandaag op Sloten om te biken, ging dus niet door. Dodenhenking. Echt balen.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley